Ranonkels van bij versmarkt Cru.

De ranonkel is een bloem die dankzij haar kleurenpracht als zeer vrolijk wordt beschouwd. Het zonnetje dat écht door de wolken piept, maakt iedereen happy. De ranonkel doet daar nog een schepje bovenop dus.   

Bovendien is de ranonkel een echte lentebloem, de voorloper in feite van de boterbloem die een nauw familielid is. Boterbloemen zijn geel. Ranonkels kennen heel wat verschillende kleuren: wit, geel, oranje, roze, rood of paars.

Ranonkels zijn oorspronkelijk afkomstig uit Midden-Azië en ondertussen zijn ze ook in Europa beland. Ze zijn familie van de boterbloemen en typisch voor de vroege lente. Ranonkel is het Latijnse woord voor ‘kikkertje’: in het wild groeit de bloem in moerassige gebieden.

Wie de bloemen thuis zolang mogelijk in topconditie wil houden, snijdt eerst een kort stukje schuin van de steel. Je zet de bloemen in een vaas met water en bolbloemenvoedsel. Niet te veel water, want de harige stelen zijn gevoelig. Bovendien is de ranonkel een gulzige drinker. Regelmatig bijvullen is dus gewenst. En je zet de geliefde bloemetjes natuurlijk niet in de tocht, want daar worden ze ziek van.   

De floriografie, dat is de taal die de bloemen spreken, stelt dat ranonkels als symbool staan van charme. Wie een boeket ranonkels cadeau geeft zegt aan die persoon dus: “Je bent charmant”. Wat van de schenker ook meteen een bevallig persoon maakt, natuurlijk…

Verzorgingstips:  

  • Snij thuis een stukje van de steel met een scherp mes of scherpe snoeischaar   
  • Zet de bloemen in een schone vaas met kraantjeswater en bloemenvoedsel.  Gebruik niet te veel water, want de harige stelen zijn gevoelig.   
  • De ranonkel drinkt gulzig: vul het water regelmatig bij.     
  • Zet de bloemen op een koele plek, niet in de tocht of in de zon.