Spitsbroek, partner van onze blauwe bessen.

In Zeeuws-Vlaanderen - op een boogscheut van de Belgische grens – liggen de velden van onze partner en familiebedrijf Spitsbroek. Al 25 jaar lang teelt de familie Dikker witte asperges en blauwe bessen.  

Een blauwebessenplant groeit net zoals asperges het best in zandgrond. “Een doordachte rassenkeuze en de juiste voedingsstoffen zijn daarbij erg belangrijk. Wij telen meerdere soorten rassen die elkaar mooi opvolgen qua rijping”, vertelt Bastiaan.

 “De teelt gebeurt volledig natuurlijk. We maken gebruik van worteldoeken die de groei van onkruid afremmen en tussen de plantenrijen groeit gras, wat voor een goede vochthuishouding zorgt. Via een druppelslang onder de worteldoek geven we de blauwebessenplanten water. Het doek zorgt voor minder verdamping, waardoor we dus ook minder water moeten geven.”

Bastiaan zet ook hommels en hun eigen solitaire metselbijen (bijen die in hun eentje een nest bouwen) in als natuurlijke bestuivers. “Vooraleer er blauwe bessen groeien, zijn er bloemetjes die door bestuiving bevrucht moeten worden”, vervolgt Bastiaan. “Er moet dus door een insect stuifmeel van de ene naar de andere plant overgebracht worden. Dat proces heet kruisbestuiving en resulteert dat in grotere, betere en meer bessen.”

Afhankelijk van het weer kunnen ze de eerste blauwe bessen begin juli oogsten en het seizoen loopt nog ongeveer tot begin september. “Het moment van plukken is heel belangrijk”, aldus Bastiaan. “Als je te vroeg plukt, krijg je een zure smaak, als je te laat plukt, is de bes te zacht. Wij plukken de bessen pas als ze volledig rijp zijn, dan smaken ze het best.”