De klassieke ‘italian’ carbonara

Aan de slag: 

1. Breng gezouten water aan de kook voor de pasta.
    
2. Snij de guanciale in reepjes en bak (guanciale is vettig genoeg, geen vetstof nodig) in de pan.
   Zo krokant als je zelf wil. Zet op zij en hou warm.
    
3. Meng in een kom de eitjes met de gemalen pecorino en kruid met zwarte peper.
   Pecorino is een erg zoute kaas, dus extra zout toevoegen hoeft niet.
   Klop het mengsel door elkaar tot je een gele, smeuïge massa hebt.
    
4. Kook de pasta al dente.
   Eens gaar, voeg de pasta rechtstreeks uit de pot in de pan van de guanciale.
   (Gooi het pastawater nog niet weg).
   Zet het vuur opnieuw op en laat de pasta en guanciale samen warm worden en op smaak komen.
    
5. Zet het vuur uit en voeg het ei-kaasmengsel toe aan de pan.
   Belangrijk dat je het meteen goed al roerend mengt onder de pasta.
   Het ei mag namelijk niet stollen maar moet romig blijven.
    
6. Wordt de pasta iets te droog?
   Voeg wat kookvocht en eventueel wat extra pecorino toe aan de pan.